Pasteltekeningen 

P1 Aan de waterkant; 1990; 49x43cm.

Op een houten steiger aan het water
 zit een pop, leunend tegen een paaltje. Een vlieger is haar verre gezelschap.
De vraag is hier: welke relatie is er tussen de pop en de vlieger? Of is er geen relatie? Natuurlijk niet, een connectie tussen dingen is toch alleen maar mogelijk in sprookjes.

P2 De clown; 1990; 49x43cm.

In een waterlandschap zit een clown luidkeels te zingen. Links van hem hangt een klok aan de wand. Een hand steekt uit het water.
De zanger heeft er duidelijk zin in. Of dat ook geldt voor de drenkeling naast hem is eigenlijk geen vraag.
Terwijl het vijf voor twaalf is,  zingt de man rustig door. Zo zie je, niet iedereen heeft zin in een sociale relatie.

P3 Even samen; 1992; 49x43cm.

Een man en een vrouw lopen hand in hand op twee verschillende trappen.
Die van de vrouw loopt omhoog de ruimte in, die  van de man voert omlaag.
Het tafereeltje staat symbool voor de korte tijd die twee mensen in hun leven samen kunnen zijn. 


P4 Naar de andere werkelijkheid; 1992; 49x43cm.

Behalve de spelende meisjes, valt in deze tekening het vreemde 'spiegelbeeld' van de gebouwen in het water op. Dat is alleen te verklaren door uit te gaan van twee werkelijkheden: een boven en een beneden het wateroppervlak.
Staat nu de in het water springende meisjes ook zo'n omzetting te wachten? Daar is nog niets van te zien. Gelukkig maar, want we zitten niet op een zwemmende struik te wachten.


P5 De onderzoeker; 1993; 46x32cm.

Tegen de staander van een windmolen hangt een specht in karakteristieke houding.
Wat doet de vogel hier? Hij/zij hoort tegen een boom te kloppen. Hoe dan ook,  we kunnen wel zeggen dat er sprake is van een bijzondere connectie tussen dier en ding.



P6 Head lift; 1994; 49x43cm.

Een onthoofd  persoon zit achter een tafel. Op die tafel staat een eierdop met een zwevend ei.
Wat nu het meest opvalt in de tekening is de onmogelijke relatie tussen het zwevende hoofd en het zwevende ei .
De donkere achtergrond en de oplichtende gebouwen onderstrepen de macabere sfeer.

P7 Pret; 1994; 49x43cm.

Op een dijk staat een kleine draaimolen. Even verderop zit een kind, vlaggetje in de hand. 
De titel suggereert een vrolijk tafereeltje. En toch is de connectie tussen kind, draaimolen en het water er een met een vraagteken. 
Evengoed wensen we de kleine een plezierige middag.

P8 De vertelster; 1995; 50x65cm.

Een nogal opmerkelijk uitgedost persoon zit achter een tafeltje en vertelt. 
Hij/zij roept het beeld op van een wereld met spelende figuren in een bijzondere omgeving. Kortom een sprookjeswereld.  En daar is niets mis mee.

P9 De rustende tennister; 1996; 56x65cm.

Een vrouw slaapt op een soort van divan en droomt. 
De omringende attributen geven waarschijnlijk de andere werkelijkheid in haar droom weer. 
En als we die bekijken kunnen we alleen maar zeggen: hoe bijzonder kunnen de connecties in de droomwereld zijn.

P10 Twins with red hair(a); 1997; 33x50cm.

Zie de tekst bij de volgende tekening.

P11 Twins with red hair (b); 1997; 33x50cm.

Een lichte en een donkere vrouw staan beiden met het haar te pronken. Het haar mag er zijn.
Hoewel er onmiskenbaar een zekere connectie tussen de twee personen bestaat, is er evolutionair gezien wel iets vreemds aan de hand. 
Zeker tussen een tweeling.

P12 Herinnering aan 11-9-2001; 2001; 65x50cm.

Een spotter heeft een aankomend vliegtuig in het vizier. Het valt op dat de man zich op een gevaarlijke plek bevindt. Een ramp lijkt onafwendbaar. En toch maakt de persoon geen aanstalten zich uit de voeten te maken. 
Kennelijk heeft hij een heel bijzondere connectie met het aanstormende tuig, anders valt dit vreemde gedrag niet te verklaren.

P13 Aan tafel; 2003; 50x65cm.

Aan een gedekte tafel zitten drie beschadigde etalagepoppen.
Wat hierbij opvalt is de onmogelijke connectie tussen de poppen onderling en tussen de poppen en de maaltijd.
Erg gezellig zal het niet worden, maar wie zijn wij om hier iets over te zeggen?



P14 Lady in black; 2003; 65x42cm.

Voor de ingang van een etablissement staat een in zwarte lingerie geklede vrouw. Sigaretje erbij.
De vraag is natuurlijk: welke connectie is er tussen deze vrouw en de uitspanning? 
We kunnen er van alles van denken, maar misschien heeft  de vrouw gewoon gestofzuigd en schept ze nu een luchtje.

P15 De toeriste; 2004; 49x41cm.

Een vrouweijke toerist staat voor een onderkomen in de woestijn, wellicht een nomadentent.
Zo te zien staat ze op 't punt de mensen binnen aan te spreken. En je hoeft geen helderziende te zijn om te zeggen dat het een bijzonder gesprek zal zijn.



P16 De vrouw met de hoge hoed; 2006; 43x37cm.

Voor een spiegel staat een vrouw met hoge hoed. Vlak voor haar wordt geknipt met een heggeschaar. Wat  opvalt in de tekening is het gelijktijdig voorkomen van een dag en een nacht. In de tekening is sprake van een  bijzondere connectie tussen mens, ding en omgeving.

P21 On the bridge; 2006; 65x50cm.

Een moederkip en haar kind staan op een boogbrug. De moeder neemt een beschermende pose aan.
En dat is, gezien de situatie, heel logisch. Het is bepaald niet leuk om als kip met enig kind midden op een brug te staan.
Het kuikentje lijkt het niet te deren, het voordeel van de onbezorgde jeugd.




P17 Op het perron; 2007; 65x50cm.

Op een treinperron staat een grote vogel op de trein te wachten. Koffertje ernaast.
We mogen veronderstellen dat de machinist zich achter de oren krabt bij het zien van dit tafereeltje.
Zal hij de trein laten stoppen? We denken van wel, je laat zo'n aparte  figuur toch niet staan.

P20 Useless; 2009; 50x65cm.

Een zwemmende vrouw houdt een netje op. Hierin springen een paar visjes, opgejaagd door een monstervis. De vlucht van de visjes lijkt dus nogal zinloos, gevangen worden ze toch. Maar misschien maakt het verschil door wie je gepakt wordt.




P18 De laatste sigaret; 2009; 65x50cm.

In de uitsparing van een muur staat een rokend hoofd. Voor de muur staat, op een tafeltje, een brandend olielampje en een asbak. Hoewel er een duidelijke connectie is tussen deze attributen,  blijft de vraag wie de sigaret heeft aangestoken. 
Maar je hoeft natuurlijk  niet niet alles te weten, dat is nergens voor nodig.

P20 Het is niet altijd wat het lijkt; 2010; 50x65cm.

Op een tafel in een ruimte liggen een hoofd en een bebloed mes. Aan de wand hangt een schilderij waarop een persoon zonder hoofd is afgebeeld. 
Het is logisch te veronderstellen dat er een verband is tussen hoofd en persoon. En toch is dit onmogelijk,  het hoofd kan immers geen enkele connectie hebben met de geïsoleerde figuur op het schilderij. De veronder-stelling is dus een invulgedachte. 
Overigens wordt er wel een connectie gesuggereerd tussen hoofd en mes. Hoe akelig.

P19 Split head; 2011; 50x65cm.

We zien hier beide helften van het hoofd van paspop Charlotte.
Het contact tussen de delen is verbroken, maar er moet ooit sprake zijn geweest van een innige verbintenis.
De connectie kan gemakkelijk worden hersteld, maar dat moet dan wel door beide helften worden gewild.

P20 Anabel in pieces; 2013; 2x65x43cm.

Dit werk heeft een  linker-deel en een rechterdeel met vierkante vlakjes. 
De helft van de vierkantjes van elk deel is donker. De andere helft van elk deel is licht en toont stukjes van Anabel, zodanig dat de stukjes van beide delen samen een connectie vormen en Anabel laten zien. 

P21 Wieken boven Holland; 2013; 65x50cm.

Deze tekening heeft louter geometrische figuren en is dus abstract te noemen. Toch zijn de molens en wellicht ook de donkere lucht, duidelijk herkenbaar.
De rechthoekige vlakken op rij beneden stellen het Hollandse landschap voor vanuit de lucht gezien: weilanden omgeven door sloten.
We kunnen zeggen dat tussen de  vlakken op rij een interessante connectie bestaat. En dit geldt ook tussen de cirkelvormige vlakken.

P22 Swimming in the air; 2014; 65x50cm.

Door een gebogen gang 'zwemmen' enkele visjes. Ze passeren een aantal gekleurde vlakken die als een soort van ramen op de wand zijn aangebracht. 
In het werk is sprake van een bijzondere connectie tussen dier en omgeving. En ook is er zo'n connectie tussen de  rechthoekige vlakken in primaire kleuren.

P23 Elkaar overlappende vlakken; 2014; 50x65cm.

Deze tekening heeft een  combinatie van realistische (de oogbal) en abstracte figuren. 
Deze laatste, de recht-hoekige en cirkelvormige vlakken, overlappen elkaar gedeeltelijk en vormen daardoor een interessante connectie.

P24 Rechthoekige vlakken op rij1; 2017; 65x50cm.

Dit is een tekening met louter  geometrische, dus abstracte figuren. Zie verder de tekst bij de volgende tekening..

P25 Rechthoekige vlakken op rij 2; 2017; 65x50cm.

Beide tekeningen1 en 2 zijn, wat kleurvlakken betreft, elkaars opponent.
We zien bij beide vijf rijen vlakken die naar rechtsboven toe steeds kleiner worden. De rijen houden in deze tekening  noodgedwongen op, maar lopen in principe door tot in het oneindige.
We kunnen spreken van een  interessante connectie tussen geometrische figuren.



P26 Rechthoekige vlakken op rij 3; 2017; 65x50cm.

Zie de betreffende tekst bij de vorige tekening.

Op te merken is nog dat we in het werk vier trappen kunnen onderscheiden en dat deze trappen ons theoretisch naar het oneindig kleine voeren.




P27 Rechthoekige vlakken op rij 4; 2018; 65x50cm.

We zien opnieuw rijen vlakken die naar rechtsboven toe steeds kleiner worden en in de uitsparing eindigen. Er is sprake van een interessante  connectie tussen geometrische figuren.






P27  Rechthoekige vlakken op rij 5; 2018; 65x50cm.

Zie hiervoor de tekst bij de vorige tekening.







P27 Vervlechting; 50x65cm.

De afbeelding is opgebouwd uit vierkante en driehoekige vlakjes in rood en lichtgrijs en in zwart en lichtgrijs. Deze vormen twee grote driehoeken, die gedeeltelijk zijn vervlochten. Hierdoor is een bijzondere connectie tussen geometrische figuren ontstaan.







P28  Rechthoekige en driehoekige Vlakken op rij ; 2018; 65x50cm.

In dit ook geheel abstracte werk hebben we te maken met lange rijen donkere, lichte en blauwe vlakken, die naar de uitsparing toe steeds kleiner worden. We kunnen opnieuw spreken van een interessante connectie tussen geometrische figuren.